Begin zeventiende eeuw was Middelburg na Amsterdam de belangrijkste handelsstad van de Republiek. Op de Middelburgse VOC-werf zijn meer dan 300 grote schepen gebouwd. Er zijn nog gebouwen uit die tijd te vinden, zoals het huis van de Opperequipagemeester van de VOC en pakhuizen met namen van lastdieren: Kameel, Oliphant, Kemel en Muyl. Mede door de overzeese handel groeide de welvaart in de Rubliek spectaculair.

In 1602 maakten twee Zeeuwse schepen het Portugese porseleinschip San Jago buit. Duizenden stuks porselein kwamen zo in Middelburg terecht. Iedereen was onder de indruk van dit materiaal dat 'zo wit als jade, zo dun als papier, zo helder als een spiegel en met het klinkende geluid van een klokje' heette te zijn.

Alom heerste het gevoel van zoals ze dat in Arnemuiden zo mooi zeggen: 'MOKOKE!' (Moet ik ook hebben!). En dat had grote gevolgen ...